Na een recent besluit van de asielminister Faber zien Nederlandse gemeenten een verandering in de huisvesting van statushouders. In plaats van de oorspronkelijke doelstelling van 55 nieuwkomers, moeten gemeenten nu slechts 51 vluchtelingen met een verblijfsvergunning huisvesten in de eerste helft van het jaar.
Met het oog op het tweede halfjaar wordt de totale doelstelling verhoogd naar 62 nieuwkomers die tussen 1 april en 31 december gehuisvest moeten worden. Opmerkelijk is dat eind maart slechts negen nieuwkomers waren gehuisvest, wat aanzienlijk minder is dan de helft van de doelstelling voor het eerste halfjaar.
De vermindering van het aantal te huisvesten statushouders in Nederland is een direct gevolg van het kabinetsbesluit om voorlopig geen asielverzoeken van Syriërs meer te behandelen. Hierdoor neemt het aantal asielzoekers dat een verblijfsvergunning ontvangt af en wordt de beoordeling van andere asielverzoeken complexer en tijdrovender.
De drooglegging van de stroom statushouders richting gemeenten zal resulteren in een verdere achterstand. Gemeenten hebben nog steeds moeite om bij te blijven, aangezien ze de achterstand uit 2024 nog niet hebben ingehaald. Asielminister Faber heeft aangekondigd dat gemeenten een eenmalige financiële bijdrage zullen ontvangen om de huisvesting te versnellen.
Om de huisvesting van statushouders te verbeteren, werkt de minister aan doorstroomlocaties en overweegt ze om de doelstellingen voor huisvesting op gemeenteniveau af te schaffen. De komende periode zal duidelijkheid brengen over verdere beleidsmaatregelen en de effecten op de huisvesting van statushouders in Nederland.